Slechtigheden van de bovenste plank.


Een boek van Pieter_Ecrevisse een Belgische auteur.
Reviews zijn niet meer te vinden, wel van een latere versie van Francois van Gehuchten.
Zelf kwam ik nooit verder dan de eerste pagina maar deze week ga ik beginnen en dóórlezen.

Het is oud, uit 1943, te zien ook aan de spelling.
Er staat in Moe’s handschrift  Dit boek is gevonden in het oud papier.’
Ter verduidelijking: vlak bij ons stond papierfabriek  Van Gelder
Deze gebruikte indertijd o.a. oud papier als grondstof dat met schuiten werd aangevoerd. De arbeiders (waaronder Pa) mochten graag een kijkje nemen in de rommel en boeken/tijdschriften van hun gading meenemen.—
Dit boek kwam ook uit zo’n lading, gehavend maar nog compleet. Ik schat in de jaren vijftig, ik kon al lezen.
Het werd me telkens uit de handen gegrist. Het ging over bar slechte dingen, vermaanden ze. ‘Dat begrijp jij nog niet.’  Natuurlijk wilde ik die vreselijkheden juist graag  lezen maar moe had ze zorgvuldig verborgen.
Later hoorde ik verhalen over een schandelijke bende maar ook over nare toestanden in het katholieke zuiden. En dat was pijnlijk, we waren immers zelf Rooms.
Ik vond het terug bij het opruimen van een boekenkast,  bovenin, tussen andere erfstukken en Arendsogen. (Die waren ook spannend maar verveelden gauw.)
Ik ben benieuwd of ik nog meer oud papier tegenkom.
==

‘Ach, je ontloopt je lot niet.’

Dat zei ik toen iemand vertelde over een onbegrijpelijk sterfgeval. Gezond geleefd, geen uitspattinden en dan ineens baf, hersnbloeding.
Verbaasd vroeg ze -Geloof je in het lot? Jìj??
Ik legde het uit.
-Niet iets zweverigs, of iets religieus’..
Wel in DNA. Ik denk dat daarin je leven vastligt. –
Ze haalde de schouders op. – Die dokters zeggen zoveel, als jij morgen overreden wordt stelt hun voorspelling niets voor.
Daar had ze gelijk in maar dat valt buiten de dna-wetten, net als oorlog en rampen. Geloof ik.
Nog lang niet alles is bekend al zijn er nu vier-nieuwe-letters-voor-het-genetisch-alfabet
Vraag me niet wat het betekent, daar begrijp ik niets van.

Misschien heb ik het mis en lacht een biowetenschapper me uit, misschien de lezer ook, maar ik geloof het heel stellig. Dat een mensenleven eindig is en hoelang, vastligt in ons DNA.
Nog steeds is de leef-tijd niet helemaal bekend.
Tot het op een goede – of kwade – dag is uit te lezen.
Dat hoop ik niet mee te maken. Je zal het maar twee uren voor je sterfdatum te horen krijgen terwijl je net de frietaardappelen schilt.

Hoe je het ook bekijkt, de gedachten hierover verschillen niet veel van godsdienstige of zweverige opvattingen: we zijn beperkte houdbaar en alleen god/dna/natuur weet tot wanneer.
Je zou jezelf kunnen wecken en bij oma op een plank in de kelder zetten.
Dat is net zoiets als invriezen.
Vraagt je achterachetachterkleinkind later:
Moet ze in een pannetje water opkoken of ontdooien in de magnetron?
==

Televisie

Daar kijk ik haast nooit naar, roep ik, het is enkel behang.
In werkelijkheid geniet ik van verschillende programma’s.
Gisteravond van reizen-waes-europa Hij is al op de helft, jammer.
Floortje-Dessing komt ook weer met een nieuwe serie.
En Erica  natuurlijk.
Goede presentators die op prettige wijze tekst en uitleg geven. Eventueel met humor.
Mijn favorieten.


De Rembrandtwedstrijd zie ik ook, maar met afgunst.
Omdat ik dit zelf niet kan en het graag zou willen.
Een krabbel maken is makkelijk maar de opdracht: bekijk het model of uitzicht en maak er wat van…  ga er maar aan staan.
In mijn ogen is de grootse kluns al een halve Rembrandt.

Wedstrijden voor gewone mensen kom ik nooit tegen.
Ik zou er graag een willen zien waarin mensen auto’s wassen of boodschappen doen.
Voor een desktop hangen of rabarber plukken. Kinderen uit school halen. Zonnebaden in het wild.
Alles met een kans op de eerste prijs.
Dat zou, bijvoorbeeld, een reisje door China kunnen zijn.
Ook voor gewone mensen de moeite waard.
Bee-enners krijgen al zovéél aandacht.
=

Opfrissen

Het regende vanmorgen.
Veel mensen waren er blij mee omdat de tuintjes al weer te droog werden.
Goed voor het gewas, zeiden ze, dat groeit beter en gaat er fris uitzien.
Dat laatste wilde ik ook wel,.
Daarom ontdeed ik me van schoenen en sokken en zette me tussen vogelhuisje en klimop.
Verwachtingsvol liet ik me overspoelen. Smeerde een paar druppels shampoo op het hoofd. Een opgeknapt uiterlijk en gewassen haar, het leek me een passende combinatie.
Zo stond ik daar, wachtend op nieuwe frisheid.
Er was niet veel aan, zo in die nattigheid maar, bekend zijnde met de ongemakken van het mooi-willen-gaan versaagde ik niet.
Niet langer dan een half uur, toen had ik er genoeg van.
Al dat gewas.

Een van mijn geheimen. Tot nu.

Lachen om kindermoppen.
Doorgaans ben ik niet zo mopachtig al kan ik een goede verteller wel waarderen.
Een heel, héél af en toe zit er een mooie bak tussen.
Maar geef me een kindermoppenboek in handen en ik lach me tranen. Er staan er nog steeds een paar in de boekenkast, ik kan er niet van scheiden. Ze staan stof te vangen want niemand kijkt er in behalve ikzelf met afdoen.
Ook op een paar humorstrips val ik.
Flippie Flink – Familie Doorzon – Dirkjan – Guust Flater – Freud, ze kunnen me er voor wakker maken.
Met de Doorzon maakte ik ooit een blunder. Als surprise gekocht en ingepakt voor een van de jongsten (hooguit 12) had ik per ongeluk een Goorzon gekocht. De hilariteit was groot, vooral bij de ouderen, deze pakjesavond was buitengewoon geslaagd.
=
Nog even twee mopjes uit een van de kinderbundels.
Sla ze gerust over, ik lach voor tien.

Dom blondje loopt langs een koe. ‘BOE,’ zegt het beest.
Zij: ‘Doe niet zo gek, ik had je allang gezien.’

De patient is zeer ziek, dokter durft niet te vertellen dat het bijna afloopt.
Hij raadt tenslotte modderbaden aan.
‘Helpt dat?’ vraagt de zieke.
‘Nou, dan kunt U vast aan de grond wennen.’
===

De Bank van Moe (Nu Rabo)

‘Kind, de Boerenleenbank is héél belangrijk, zorg dat je daar een goede naam houdt dan is hij ook goed voor jou als je hem nodig hebt!’
Aldus mijn moeder.
Deze belangrijke boodschap kregen we allemaal mee.
Ze vertrouwde de bank volkomen en had er de hypotheek lopen.
Volgens mij knielde ze als er langs liep.
Het vroegere postkantoor beschouwde ze ook als een bijna religieus centrum, zij het iets gemoedelijker want het waren onze overburen.
Menige betaling of ontvangst ging per postwissel of girokaart. Alle officiële geldelijke handelingen vertrouwde ze eerder dan contante afrekening. Dat was geschikt voor de ‘gewone’ zaken als leveranciers of zakgeld.
Wonderlijk, als arbeidersvrouw kreeg ze vroeger het weekloon van mijn vader juist gewoon cash in een loonzakje, de meeste mensen die ik kende handelden daarnaar.
Zo niet Moe.

We deden ons best; spaarden centen in een dichtgeplakte Buismanbus, later op een echt spaarbankboekje en sloten hypotheken  af bij ‘haar’ bank met de gedachte dat die zo goed  voor ons zou zijn.
Daar wachten we nog steeds op.
-==
(logje uit 2011. Herzien)
Hoofdkantoor Utrecht. Foto van
wikipedia