Zwijgend staat ze naast het bed.
Met een klinisch oog kijkt ze naar zijn hoofd dat onrustig heen en weer rolt. Het vertrokken gezicht met fijndruppelig zweet toont angst.
Medelijden voelt ze niet, ze biedt de stervende geen enkele steun ondanks zijn moeizame overgang.
Ze was nooit wraakgierig. Nu heeft ze leedvermaak.
-Het is jouw beurt, denkt ze, nu leer je wat lijden is.
Onaangedaan houdt ze haar ogen gericht op de krampende vingers die houvast zoeken aan het leven.
– Ha, sta jij ook eens met lege handen meneer de directeur, wat een vreemde ervaring moet dat zijn.
–
Ze denkt aan de jaren waarin ze alleen stond met haar verdriet om Lenny, hun gehandicapte dochtertje.
Zo graag had ze het kind thuis gehouden, zelf verzorgd en groot gebracht.
Hij wilde er niet van weten. Toen het kind zes jaar was had hij het naar een tehuis gestuurd. ‘Het is echt beter voor haar, daar heb je zelf geen tijd voor…
‘Met goede hulp gaat het best, ze kan naar een aangepaste school, Lenny is niet onwijs….’
Ze verloor. Haar boosheid en dreigement weg te lopen werden weggewuifd -‘hoe onderhoud je dan het kind?’- het gemis vergoed met beloftes van bezoek en vakanties.
Het ergste was de zalvende toon: ‘Zie je niet dat we geen tijd hebben? Recepties, diners, directiebijeenkomsten, personeelsavonden, noem maar op, hoe had je dat willen doen? Ik gun je een beter leven, geloof me.’
Hij was zijn bedrijf, zij, als knappe vrouw, het bewijs van zijn succes.
Geen liefde, geen begrip, geen begeerte anders dan een snelnummertje, zijn idee van een geslaagd huwelijk. Daar paste geen lastig kind in.
De beloftes werden niet ingelost.
Ze staart naar haar stervende echtgenoot.
‘Waarom, vraagt ze, zou ik het niet gered hebben in mijn eentje? Nu is het te laat, jij gaat straks dood en Lina is vergroeid met met het tehuis. Ik ben alleen.’
Hij zoekt haar. ‘Ik…ik wilde je niet kwetsen…’
Ach, alsnog spijt, toch geroerd pakt ze een van zijn handen die nu heel stil liggen. ‘Sst, het is goed.’
Zijn adem vertraagt. ‘..maar een onwijs kind, bij de gasten…’ Hij rilt. .
Ze laat zijn hand vallen, neemt een kussen. Zijn ogen gaan nog eenmaal wijd open voordat ze hem bedekt.
‘Jammer dan.’
© Bertie
Nee! Laten afzien! Met een kussen gaat het veel te snel!
LikeGeliked door 3 people
Daar heb je wel gelijk in maar ze werd zo kwaad dat ze niet meer nadacht.
LikeGeliked door 1 persoon
Het is de trend die steeds meer gaat gelden, als je iets mankeert, te dik bent of wat dan ook hoor je er niet meer bij.
Ja, als je kind een handicap heeft en zelf wil je op stand leven dan moet ze maar weg.
Maar iedereen komt aan zijn eind en dan is men je snel vergeten.
Heel goed geschreven Berty. Hans
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je Hans. Het is een hard onderwerp.
LikeLike
Wat goed geschreven, Bertie. Misschien kan je wel een boek gaan schrijven. Het is maar een idee, hoor, maar je weet maar nooit.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je Thérèse. Een boek zit er niet in, dat is te moeilijk en ik heb er geen geduld voor. ☻
LikeLike
Goed verhaal……. indrukwekkend!
Zijn laatste zin….net als ze denkt dat hij begrip heeft….. zo’n zin zou bij mij ook verkeerd vallen….dat was nou net de enige reden die van geen enkel belang is om een kind naar een tehuis te brengen. Er kunnen veel redenen zijn, maar deze is onzin! En het moet natuurlijk wel een beslissing van samen zijn.
LikeGeliked door 1 persoon
Een gegeven dat ik heb gekend van mensen. Dat gaf veel leed.
LikeLike
Wel erg geschreven over een verbitterde vrouw die kennelijk alleen bestond voor dat kind maar haar man niet zag als iemand om van te houden. Dat maakt koud! Dat zij hem uit zijn lijden verloste is in feite een oplossing die bewijst hoe ik naar haar kijk….Fascinerende scene, lekker beschreven…
LikeLike
Tranentrekker, zei ik toch al?
LikeLike
Boontje kwam om zijn loontje
LikeGeliked door 1 persoon
Yep. Zo gaat dat. ☻
LikeLike
Goh die vrouw durft! Maar ik zou hem ook nog meer laten lijden hebben hoor :-p
LikeGeliked door 1 persoon
Dit is een goede revanche, ze ontneemt hem een een waardig sterven.
LikeGeliked door 1 persoon