Paard en wij

Hangend over het hek brachten we de tijd door. Paard kwam bij ons staan en luisterde. Af en toe knikte hij.
Een van de jongens was in een etterige bui.
‘Heb je die schoenen van je opoe geërfd?’ begon hij. ‘Weet je dat je naar groene zeep ruikt?’
Reacties bleven uit, ook Paard negeerde hem.
Geprikkeld kwam hij met zwaarder geschut.
‘Hé dikkont, ik zou maar eens wat minder vreten.’ We trokken schele ogen.
‘Je denkt zeker dat je leuk bent, je kunt een paard nog laten lachen,’ pestte de knul.
Verveeld keken we de andere kant op. Paard blies de manen uit zijn ogen en keek met ons mee.
‘Ik wed dat geen van jullie op hem durft te rijden.’
Nu keken we allemaal naar hem.
Hij aarzelde, klom op het hek en tilde een been over de rug. Paard liep weg en daar lag de klier, in het gras en wellicht in een koeienvlaai.
Paard kwam naderbij, hij hinnikte en wij lachten met hem mee.

20 gedachten over “Paard en wij

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.