
Een komedie uit 2013
Het boek was mooi maar lang, zo langggg…
2016 was een Jaar van de Aap, tevens mijn teken in de Chinese dierenriem. Vandaar het gemak waarmee ik de tijd doorkwam?
Overmorgen begint het Jaar van de Haan. Het zegt me niet veel goeds, wat moet je met zo’n beest? De haan die we vroeger hadden maakte me doodsbenauwd met zijn machts- en wellust, als een kip zonder kop betrad hij alle vrouwen, zin of niet.
Mijn man was een Hond, die luisterde tenminste en rende ook niet achter alle kippetjes aan.
Aan voornemens doe ik niet meer, dat was een eenmalig voornemen en bevalt me.
Nog eenmaal neem ik een warme douche, misschien kook ik nog een keertje of bak patat, dat ligt aan de trek die men heeft. Er staat een voorraadje bier, wijn en eterijtjes klaar. Rustig zittend -of hangend- sturen we het oude jaar de laan uit. Vroeger groots feestend, later knus met zijn tweetjes, nu met een paar anderen.
Zo gaat dat.
En dan nu de eerste stappen naar het einde.
Tot volgend jaar!
—
Dit logje uit 2004 is blijvend actueel, zeggen mensen om me heen.
De vliering staat nog steeds half vol, nu met nieuwe oude spullen. Echtgenoot is niet meer. Andersom was me liever geweest maar waarschijnlijk hadden we dan weer andere oude spullen.
—
Daar zit ik dan, klaar om op te ruimen.
Links van me ligt een oeroude GSM. Hij doet het nog.
Rechts ligt een nieuw mobieltje. Hij doet het beter en nog veel meer.
Op een plank staat een gewoon telefoontoestel waarvan de indertijd hooglijk gewaardeerde eigenschappen (Handsfree! TIEN voorkeuzenummers!) volkomen achterhaald zijn.
Vóór me staat een nieuwe pc met alle toeters en bellen, eenvoudig te bedienen door zelfs de grootste elektronische minkukels.
Op de grond staat de oude pc met de gecrashte harddisk.Hij doet het niet meer.
Op een schap huist de nieuwe CDspeler naast de oude die nagekeken moet worden. Dan zou ‘ie het weer doen.
In de keuken speelt de radio, de vorige staat kapot in de kast.
De vliering is een opslagplaats van platenspelers, wisselaars, bandrecorders, cassetterecorders, videoapparatuur, televisietoestellen in diverse maten, stereocombinaties en tientallen andere ooit begeerde ontspanningsdingen. Zij doen helemaal niks meer.
–
Ik kijk naar de luie stoel. Daar zit mijn echtgenoot die naar mij kijkt terwijl ik dit stukje typ op het nieuwe keyboard. Hij denkt waarschijnlijk ook aan alle afgedankte spullen.
Ik lach naar hem: wees maar niet bang schat, ik zal jou niet op de vliering zetten.
Hij lacht terug: waarom zou je ook, ik doe het nog.
Waar ik bij anderen nooit iets over hoor en wat hier schering en inslag is, is het wegraken van theelepeltjes.
Vroeger was het logisch, de kleintjes gebruikten vaak bestek in de zandbak.
Maar er zijn al heel lang enkel grote mensen in huis en die spelen echt niet met zand. Ik zelf ook niet.
Waar blijven die lepeltjes dan?
De afvoeren van vaatwasser en gootstenen hebben een rooster. Bij eventuele verstoppingen komen we ze nooit tegen.
Uitgeleend? Ik kan me niet voorstellen dat iemand zoveel theedrinkers tegelijk heeft.
Gestolen? Kom zeg, Blokkermerk, paar euri per bosje van tien.
Bestaan er theelepeltjes-fetisjisten? De meest vreemde voorkeuren komen voor.
Is het verstandiger op stokjes over te gaan, die kun je tenslotte zelf van de bomen plukken.
Of roeren met de vingers. Alleen, hoe zeg je dat tegen visite?
–
Het kan. Ik heb er een paar gevonden. Geen wereldschokkende logjes, die schreef ik toen al niet.
Als je de url van de weblog nog weet is er kans iets terug te krijgen.
Klik op oude websites
|
–
… wens ik gezellige feestdagen, een voorspoedig en gezond 2017 en een onaangevreten kerstbrood.
M’n neus zit verstopt en waarschijnlijk de hersens ook. Meer dan een very short shortstory zit er niet in. Met extra vette letters, dan lijkt het nog wat.
Einde gezin.
Een echtpaar had één kind dat geen kinderen had.
Toen stierf het gezin uit.
–
Vanmorgen werd ik wakker en knipte de lamp aan. Toen zag ik hem, op het nachtkastje. Ik keek naar hem. We knipperden niet, bleven doodstil wachten tot de ander begon. Het duurde lang, tè lang.
‘Ga weg,’ zei ik, ‘ga naar je moeder’ want hij was klein voor zijn leeftijd.Misschien gekrompen tijdens het verdwalen.
Hij bleef zitten.
Ik zette het raam open en wapperde om hem weg te sturen.
Hij ging niet.
Toen nam ik een tissue om hem voorzichtig op te pakken en uit te laten.
Hij was dood. Ja, zo kan ik het ook zonder te knipperen.