



Leverkruid zwijgt, hij schaamt zich rot. Hij waant zich kleurloos en bespot.
Nee, dan cosmea. Met een kleur roept zij zich uit tot fine fleur.
Mis, roept groene passiebloem. Ik ben nog fris, aan mij de roem.
–
Leverkruid zwijgt, hij schaamt zich rot. Hij waant zich kleurloos en bespot.
Nee, dan cosmea. Met een kleur roept zij zich uit tot fine fleur.
Mis, roept groene passiebloem. Ik ben nog fris, aan mij de roem.
–
1 En 2 november, op school jaarlijks een vaste verspreking. Dat bekte lekker.
Het gaf ook blijk van weinig belangstelling en begrip voor deze dagen. De meeste kinderen hadden een dooie opa, oma of opoe; dat was jammer maar voor veel van ons de gewone gang van zaken. Pas bij het ouder worden besefte je de waarde van gedenken, het even stilstaan bij iemand die ooit was, die je misschien meer miste dan je besefte.
Het feest Allerheiligen was nog minder van belang. Er waren er zovéél. De een beschermde je nog beter dan de ander, het was niet bij te benen. De Litanie_van_alle_Heiligen was te lang om te onthouden en dat hoefde ook niet. Trouwens, we konden toch niet aan hen tippen.
Stel je voor.
‘Wat wil jij later worden?’
‘Heilig.’
Wie zou dat geloofd hebben?
–
link litanie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Litanie_van_alle_Heiligen