De spinnen schrokken wakker van deze bekende kreet. Wat, oorlog?
Naarstig overlegden ze. Hoe zich te weren tegen dit gevaarlijke offensief? Een lastig vraagstuk.
Ze vonden een oplossing in hun op-één-na machtigste wapen: de griezelarij.
Ze verlieten hun schuilplaatsen en toonden zich. Sommigen met grote ogen, anderen met flitsende rugkruisen of bizarre kleuren. Enkele diehards hieven dikke harige poten maar allemaal bewogen ze zich rennend met zenuwslopend gewriemel, inspelend op menselijke angst.
Een aantal mensen deinsde prompt achteruit en viel flauw; anderen slikten en kwamen terug met lasers en spinaziemessen, ze lachten de spinnen manmoedig uit en hakten de webben door met strijdkreten en bijlen om ramen en deuren te bereiken. De spinnen wriemelden nog harder en kropen over armen en gezichten. Het werd een grote pan.
Tot er eindelijk ergens een luik open viel. Schreeuwend begaven de mensen zich naar buiten en richtten brandslangen op de indringers. Ze zongen ‘We are the champions’, ze hadden het hem gelapt! Veilig tot de volgende herfst en dan zouden we wel zien. Helden waren ze.
–
Wat konden de spinnen anders doen dan ook naar buiten gaan? Ze groepten bij elkaar en vertrokken naar bos en hei, warme plekken in woningen wegzettend in hun dromen. Ook zij waren zielig.
Ze sjokten langs berm en gewas. En toen, onverwachts, riep de voorste: ‘Heeee, recht vooruit een onbemand mensenhuis!’
Hè? Echt waar?
Dat was de oplossing. Weliswaar zonder warme plekken maar beschut. En, wie weet, heel misschien, per ongeluk, toch, een ietsepietsie zwarte stroom? Voor ‘n ietsepietsie behaaglijkheid? Je weet maar nooit…. Ze dromden rond de voorste.
Wat konden de spinnen anders doen dan ook naar buiten gaan? Ze groepten bij elkaar en vertrokken naar bos en hei, warme plekken in woningen wegzettend in hun dromen. Ook zij waren zielig.
Ze sjokten langs berm en gewas. En toen, onverwachts, riep de voorste: ‘Heeee, recht vooruit een onbemand mensenhuis!’
Hè? Echt waar?
Dat was de oplossing. Weliswaar zonder warme plekken maar beschut. En, wie weet, heel misschien, per ongeluk, toch, een ietsepietsie zwarte stroom? Voor ‘n ietsepietsie behaaglijkheid? Je weet maar nooit…. Ze dromden rond de voorste.
En opnieuw klonk het
‘LET’S GO!’
====
====
Maar ze liggen natuurlijk nog steeds op de loer…… volgens jaar worden ze opgewacht met het sterkte geschut dat voorhanden is….. brrrrr
LikeGeliked door 1 persoon
Je leest het vast geen tweede keer.
LikeLike
Ik heb het in mijn hoofd….. ik zie ze gaan 😀
LikeGeliked door 1 persoon
Hou vast.
LikeLike
Ik mag dit graag lezen, waarschijnlijk omdat angst voor spinnen mij vreemd is. De foto’s zijn ook prachtig.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik ben er ook niet bang voor.
Veel anderen wel. Ik benijd ze niet, dit seizoen.
LikeGeliked door 1 persoon
Toch een beetje eind goed-al goed! IK lees het ook graag want ik ben niet erg bang voor spinnen, hoewel ik ze niet durf te pakken…
LikeGeliked door 1 persoon
Waarom zou je ook, ze rennen zelf hard genoeg weg 😉
LikeLike
En dat alleen om die paar spinnen in en rond het huis…? Zonder dat is het nog veel minder pluis, want dan heb je niet zoveel last van de spinnen wel van ander gespuis…
LikeGeliked door 1 persoon
Van mij mogen ze. Maar ik heb een kind gekend dat alle bij elkaar krijste bij het zien van één spin.
LikeLike