Fout sprookje


In het tamme bos sluipt de donkere kat over een schutting. Behoedzaam ontwijkt hij de uitlopers van een opdringerige passieflora en springt  geluidloos op een plat dak. Loerend zoekt hij naar de geelogige jonge lapzwans die zich verschuilt tussen de varens en een doornappelstruik, kauwend op een gestolen broodkorst.

De struik is nog klein maar, zo redeneert de lapzwans wraakzuchtig, als ik lang genoeg blijf zitten, zie ik vanzelf een appel verschijnen en daarmee zal ik de jager vergiftigen.

De onnozele heeft geen notie van groeitijden en nog minder van sprookjes laat staan van Sneeuwwitje.
Bovendien heeft hij geen geduld.
Na de laatste slik speurt hij naar de donkere. Hij ziet hem niet en waagt de sprong naar een kale kersenboomstam, klauwt omhoog en verdwijnt over het hek.
De donkere ziet het en zweeft vanaf het platte dak terug naar de schutting waar de passieflora  hem deze keer weet te strikken maar niet af te remmen en gekrenkt zich afkeert (het is een nogal verwaande plant), maar haalt de lapzwans pas in bij het kattenluik. Te laat. Vals snorrend laat de lap zich strelen.

Grrrrrrrr doet de donkere en neemt genoegen met de tweede aai.

DSC05717

8 gedachten over “Fout sprookje

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.